Rapport van onderzoek
Verzoek
huurverlaging op grond van onderhoudsgebreken
Woonruimte
Nypelsplantsoen 37
3431 SC NIEUWEGEIN
Hierna te noemen: woonruimte
Huurder
P.J.A. de Leeuw
Verhuurder
Stichting Mitros
ALGEMENE INFORMATIE
Datum ingang huurovereenkomst 1 januari 2003
Datum aanzegging gebreken : 13 november 2020
Datum ontvangst verzoekschrift : 25 maart 2021
Eerdere uitspraken (laatste 3 jaar) : Geen
Aard van de woonruimte Zelfstandige woning
Woonvorm : Meergezinswoning op de 8e etage
Bouwjaar/bouwperiode : 1969
Monument : Geen
Betaalde huurprijs € 574,- per maand
Rapporteur S. Nomen
Datum onderzoek : 12 juli 2021
Gesproken met : Huurder P.J.A. de Leeuw
Doel van het onderzoek
Het onderzoek omvat een inspectie naar de door huurder gemelde onderhoudsklachten, waarbij alleen de klachten onderzocht worden die zijn opgenomen in de aanzegging onderhoudsgebreken. Klachten die niet schriftelijk aan de verhuurder zijn gemeld, worden niet onderzocht.
Doel van het rapport
Dit rapport is opgesteld door de Dienst van de Huurcommissie. De Huurcommissie zal aan de hand van dit rapport beoordelen of er sprake is van gebreken die in het gebrekenboek van de Huurcommissie zijn opgenomen of daarmee zijn gelijk te stellen.
Het gebrekenboek is te vinden op www.huurcommissie.nl/gebrekenboek
Hoe leest u dit rapport
De huurder heeft in de gebrekenmelding de klachten schriftelijk gemeld aan de verhuurder.
De onderzoeker heeft zijn bevindingen per klacht beschreven en gerelateerd aan het gebrekenboek. Per klacht zal in het rapport aangegeven worden of deze volgens het gebrekenboek als een gebrek gekwalificeerd kan worden.
Algemene conclusie
Volgens de bevindingen van de rapporteur kent de woonruimte geen ernstige gebreken in de Categorie A, B en/of C. Dit betekent dat geen tijdelijke verlaging van de geldende huurprijs kan volgen.
BEVINDINGEN ONDERZOEKER
De huurder heeft de verhuurder verzocht een (aantal) gebreken of tekortkomingen in of aan de woonruimte op te heffen.
In het dossier is een schriftelijke reactie van de verhuurder aanwezig.
Gebreken en tekortkomingen zoals vermeld in Bijlage II bij het Besluit huurprijzen woonruimte:
CATEGORIE A Geen CATEGORIE B Geen CATEGORIE C Geen
Klacht (1)
Achterstallig onderhoud aan de bovenzijde van de galerijvloeren waardoor de galerijen zijn onder stempelt.
De huurder heeft in de aanzegging gebreken en tijdens het onderzoek ter plaatse aangegeven dat in de afgelopen jaren geen onderhoud aan de bovenzijde van de galerij vloeren is uitgevoerd wat geresulteerd heeft in het onder stempelen.
Huurder geeft aan dat er al langere tijd in opdracht van de verhuurder onderzoeken naar de galerijconstructie worden uitgevoerd.
Tijdens het onderzoek geeft huurder aan de galerij normaal te kunnen gebruiken en dat er geen gebreken in de woning zijn als gevolg van het achterstallig onderhoud aan de bovenzijde van de galerijvloeren.
Tijdens het onderzoek ter plaatse heeft de rapporteur geconstateerd dat de galerijvloeren van het hele appartementencomplex zijn voor zien van stempels.
Aan de bovenzijde van de galerijvloer is zichtbaar dat er geen coating over het beton is aangebracht en dat op verschillende plaatsen grind aan het oppervlak zichtbaar is.
Ook vertonen de dilataties achterstallig onderhoud.
Deze punten zorgen echter niet voor gebreken in de woning van huurder. In het dossier is door huurder een rapport gevoegd van onderzoeken naar de betonconstructie van de galerijvloeren.
Uit deze rapportage is op te maken dat er wel gebreken aan de betonconstructie zijn geconstateerd maar dat deze vooralsnog niet lijden tot een gevaarlijke situatie.
De stempels lijken dan ook preventief te zijn geplaatst in afwachting tot een definitieve conclusie van de onderzoeken en het eventuele hersteladvies.
Stempels op de galerij Achterstallig onderhoud aan dilataties.
De rapporteur is van mening dat de klachtenmelding, ondanks het geconstateerde, volgens het beleid van de Huurcommissie niet gekwalificeerd kan worden als een ernstig gebrek zoals omschreven in het gebrekenboek van de Huurcommissie.
Klacht (2) Achterstallig onderhoud aan het buitenschilderwerk
De huurder heeft in de aanzegging gebreken en tijdens het onderzoek ter plaatse aangegeven dat er al jaren geen onderhoud aan het buitenschilderwerk wordt uitgevoerd.
Huurder verklaard dat er geen houtrot is ontstaan en dat er ook geen vocht en tocht als gevolg van het achterstalligonderhoud naar binnen komt.
Door de rapporteur is geconstateerd dat het schilderwerk matig is. De verf bladdert van de ondergrond.
Achterstallig onderhoud schilderwerk Afbladderen schilderwerk.
De rapporteur is van mening dat de klachtenmelding, ondanks het geconstateerde, volgens het beleid van de Huurcommissie niet gekwalificeerd kan worden als een ernstig gebrek zoals omschreven in het gebrekenboek van de Huurcommissie.
Opmerking algemeen
Geen
Beste casemanager,
Een mailtje sturen op zondag getuigd weer eens hoe de Mitros werkt woensdags vrij en zondag werken?
Ik heb toch nog even een copy van het bericht van de huurcommissie erbij gedaan, u had dus het mailtje niet hoeven sturen.
Ook van de Aedes' Governancecode heb ik erbij gedaan om uw geheugen op te frissen.
Om u blij te maken heb ik het volgende, ik heb een klacht hierover ook bij de KWRU neergelegd en dus nu ook bij de huurcommissie, bij allebei werd de klacht niet gehonoreerd, wat dus impliceert dat er op het Nijpelsplantsoen technisch niets aan de hand is, natuurlijk is er wel iets aan de hand. (Zie foto's).
Ik heb deze klacht niet voor mijzelf ingediend maar als een proef om te kijken of de 360 huurders nog eerlijk behandeld konden worden, en in ieder geval niet de moeite hoeven te nemen om hulp in te roepen, want die krijgen zij niet.
Ik ben ook achter de oorzaak gekomen wat er aan de hand is, en dat is "BEDRIJFSBLINDHEID", WAT DUS BETEKENT DAT JE HET VERSCHIL NIET MEER ZIET TUSSEN GOED EN NIET GOED.
Waar moet een huurwoning van een corporatie aan voldoen?
AEDES Governancecode
Vijf principes
De Gouvernance code stoelt op vijf principes die gelden voor iedereen die werkt bij een woningcorporatie en betrokken is bij het bestuur van en/of het toezicht op een woningcorporatie. De principes vullen elkaar aan en hangen met elkaar samen.
- Principe 1: Het belang van (toekomstige) huurders of bewoners staat voorop. Dit principe gaat over de waarden en normen die passen bij de maatschappelijke opdracht.
- ​Principe 2: Omschrijft op welke manier het bestuur en de raad van commissarissen (hierna: RvC) aanspreekbaar zijn op resultaten en bepaalt dat zij actief verantwoording moeten afleggen.
- Principe 3: Beschrijft de toetsstenen van geschiktheid voor bestuur en RvC
- Principe 4: Normeert dat het bestuur en de RvC de dialoog aangaan met (toekomstige) bewoners, gemeenten en andere belanghebbende partijen.
- Principe 5: Besteedt aandacht aan het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten.